Low-code en no-code zijn alomtegenwoordig. Op zijn ontwikkelaarsconferenties kan Microsoft niet zwijgen over zijn Power-platform, Slack wil dat iedereen apps en workflows in elkaar kan boksen zonder een lijntje code, moederbedrijf Salesforce deelt die visie, specialisten zoals Mendix en OutSystems vinden meer tractie in de markt dan ooit… Soms lijkt het wel alsof er geen belangrijke rol meer is weggelegd voor traditionele ontwikkelaars. Wat is de impact van low-code en no-code op de rasechte programmeur?

Gedaan met saai programmeerwerk

Eerst het goede nieuws: codeguru’s hoeven niet voor hun job te vrezen. Integendeel. Low-code en no-code zijn een haast wanhopig antwoord van collega-ontwikkelaars bij technologiereuzen op het aanhoudend personeelstekort. Met low-code en no-code-frameworks kan de zogenaamde citizen developer eenvoudige applicaties in elkaar boksen aan de hand van vooraf gebouwde modules. Oplossingen zoals het Power Platform van Microsoft zijn vooral bedoeld om iedereen in een bedrijf de mogelijkheid te geven de simpele applicaties te bouwen waar jij vandaag simpelweg geen tijd voor hebt.

OutSystems en Mendix willen de ontwikkelaar dan weer efficiënter maken. Hun oplossingen zijn als een set van legoblokken waarmee je snel het gewenste resultaat bouwt. Kan jij een betere applicatie uitwerken zonder voorgekauwde bouwstenen? Waarschijnlijk wel, maar het zal een stuk langer duren en dus een stuk duurder uitvallen. Niet iedere toepassing vereist maatwerk: soms is prefab-assemblage goed genoeg. No-code en low-code hebben zo het potentieel om de ontwikkelaar te besparen van het saaie of repetitieve programmeerwerk.

Relevante kennis

Zo komt er in theorie meer tijd vrij om je expertise ten volle te benutten. Wat de citizen developer niet kan of waar het low-code-platform zich in verslikt, daar kan jij je op vastbijten. En wees maar zeker: dergelijke uitdagingen zijn er meer dan genoeg. Dat betekent niet dat je voor 100 procent mag vertrouwen op je ongeëvenaarde Java-kennis. In realiteit kan het geen kwaad om een beetje ervaring op te bouwen met no-code en low-code-platformen.

Dat heeft twee redenen. Eerst en vooral verwachten alsmaar meer werkgevers dat hun ontwikkelaars in staat zijn om snel een eenvoudige applicatie op te leveren wanneer ze een low-code-framework ter beschikking hebben. Werken met zo’n tools is een peulenschil voor iedere programmeur, maar een beetje ervaring staat zeker niet slecht op je cv.

Samen rond de tafel

Vervolgens zal je vroeg of laat onvermijdelijk geconfronteerd worden met de creaties van je citizen developer-collega’s. Misschien bouwde Mark-Philip van accounting wel een handige toepassing die de input van facturen versnelt, maar loopt hij tegen de grenzen van zijn no-code-platform en zijn kunnen aan. Aan jou om de app verder te tunen en misschien te verbinden met de API’s van je zelfgebouwde facturatiesysteem.

De meeste platformen zijn zo gebouwd dat ontwikkelaars eenvoudig kunnen verder timmeren aan de automatisch gegenereerde code, maar je zal wel met Mark-Philip rond de tafel moeten om het over het opzet van de app te hebben. De opkomst van low-code- en no-code brengt je collega’s uit de business dichter bij jou dan ooit tevoren. Wie wat businesslingo achter de kiezen heeft, heeft een streepje voor.

Van apps naar componenten

Tot slot verwachten organisaties van hun IT’ers dat ze toepassingen bouwen met low-code en no-code in het achterhoofd. Kijk maar naar Slack: ontwikkelaars kunnen voortaan applicaties schrijven die draaien op het Slack-platform zelf, waarna business users componenten van die toepassingen aan elkaar mogen klikken om hun eigen workflows te vereenvoudigen. Hoe meer jij ontwikkelt op maat van low-code- en no-code frameworks, hoe eenvoudiger het is voor collega’s uit andere departementen om aan de hand van modules hun eigen workflows te versnellen met zelf in elkaar geklikte apps.

Low-code en no-code zijn geenszins een bedreiging voor de job van de echte ontwikkelaar. Ga er maar vanuit dat de vacatures het aanbod nog lange tijd zullen overschaduwen. De job van de ontwikkelaar zal wel een beetje mee evolueren. Eenvoudige apps van nul bouwen hoeft niet meer, maar vooral de nauwere relatie met collega’s uit andere departementen dan IT belooft een belangrijke impact te hebben.